Artikel in het kerkmagazine Op de steigers in de Bovenkerk

Vanaf metershoge steigers worden de komende drie jaar de gewelven van de Bovenkerk in Kampen gerestaureerd. Kapotte ribstukken worden vervangen door nieuwe natuursteen, grote en kleine scheuren gedicht.

Alles in Kampen verzakt. Dat lot treft ook de monumentale, indrukwekkende Bovenkerk aan het einde van de Oudestraat. De pilaren in de kerk rusten op pijlers, die drie meter de grond in gaan. Draagkrachtig zand is er echter pas op 7 meter diepte. Daartussen zit een pakket van 4 meter veen. Dit is de reden waarom elke pijler de bodem in zakt, afzonderlijk van elkaar, met verschillende ‘snelheden’. De een meer, de ander minder. Dat heeft ingrijpende consequenties.

Puin en gruis

“Rond 2020 begon de koster op de grond stukjes puin, steen, gruis en stucwerk te vinden. De Monumentenwacht voerde een inspectie uit en ontdekte veel scheurvorming in de gewelven. Dat was in sommige gewelfvelden zo ernstig, dat het niet meer veilig was om er onder te zitten.” Aan het woord is Frederik Heldoorn (1982), oprichter en directeur van Heldoorn Restauratie en Gevelwerken uit IJsselmuiden, aan de overkant van de IJssel. Met nieuwbouw heeft hij niets, zijn hart gaat sneller kloppen van een monument.

Er werken acht mensen bij Heldoorn, gespecialiseerd in het restaureren van metsel- en voegwerk. Het bedrijf bestaat twintig jaar en werkt in en aan rijks- en gemeentelijke monumenten,
beschermde stadsgezichten, kastelen en kerken.

Wiebelend raam

“In 2022 kwamen er voor de veiligheid steigers in de Bovenkerk te staan. Vanaf dat moment valt het puin niet langer in de kerk maar op de werkvloer, hoog in de kerk. Een latere, grondiger inspectie van alle gewelfvelden gaf nog meer reden tot zorg. Overal in de kerk was sprake van scheurvorming, niet alleen in de gedeeltes waar steigers onder stonden. Onder de gewelven zonder steiger eronder werden de ribben aan het gewelf verankerd: een noodvoorziening in afwachting van restauratie. Ook bleek van vier ramen in het middenschip, op 25 meter hoogte, de tracering los te staan. De boog van raam stond letterlijk te wiebelen in de sponning, erg gevaarlijk.”